De Kampioensklubmatch duurt een HELE week!
In
ieder geval in Amerika!
Zou dat
in Nederland ook kunnen of wenselijk zijn? In dit artikel kan elke
rasvereniging ideeën opdoen om ook hun kampioensklubmatch aantrekkelijker te
maken voor de liefhebbers van het ras. Het motto: het showaspect van het ras is
maar voor een beperkt aantal liefhebbers cq fokkers van belang. De andere
bezitters hebben hun hond als huishond of om er mee te werken. Juist dit laatste
zou in Nederland meer aandacht kunnen krijgen. In dit artikel een impressie van
alle activiteiten tijdens een Amerikaanse Kampioensklubmatch.
Van 2 tot en met 7 mei was in Wisconsin, Amerika, de kampioensklubmatch van de Berner Sennenhonden. Als je bedenkt dat er in heel Amerika per jaar zo’n 30% minder Berners gefokt worden dan alleen in Nederland dan vraag je je af wat gaan ze daar een hele week dan toch doen? Onze KK’s worden altijd in 1 dag afgewerkt. Maar in Nederland gaat het dan ook alleen over showen. De Amerikaanse bijeenkomst heeft wedstrijden en bijeenkomsten voor alle liefhebbers van het ras. De Amerikanen noemen het ook geen kampioensklubmatch of show maar een “Specialty”. Er zijn zoveel speciale happenings tijdens die week dat die naam ook veel beter de lading dekt!
Er
is voor elk wat wils: natuurlijk heeft ook daar het showen een belangrijk
aandeel maar heb je een Berner en houd je niet van showen maar werk je liever
met je hond dan zijn er in die week ook de nationale wedstrijden in
gehoorzaamheid, behendigheid, aangespannen rijden, speuren (!), of neem je deel
aan de clinics, fokkerbijeenkomsten, feesten, conferenties, diners,
gezondheidsonderzoeken en nog veel meer. Juist deze brede opzet van een KK maakt
het dat veel meer mensen met een Berner naar deze happening komen. Ze vliegen in
of rijden dagen en blijven dan allen een hele week bij elkaar. Zo breng je alle
liefhebbers van een ras bij elkaar en realiseer je je als fokker dat showen maar
een klein onderdeel is van het geheel. Om een indruk te geven van de grootte van
de Specialty: ruim 500 Berners waren ingeschreven voor de show en ongeveer
eenzelfde aantal, 450 stuks, was ingeschreven in één of meerdere van de
wedstrijden!
Amerika
heeft één overkoepelende rasvereniging de Bernese Mountain Dog Club of America
(de BMDCA) die beslist waar de Specialties gehouden worden. Deze worden
georganiseerd door regionale clubs. Drie jaar voor de datum kunnen clubs
aangeven dat ze de Specialty willen organiseren. Dit door een presentatie te
geven aan het bestuur van de BMDCA. Hoofdmoot van de presentatie is naast een
plan van aanpak vooral de presentatie van de locatie en de omgeving. De hotels
en restaurants in Amerika zijn niet echt hondvriendelijk: bijna nergens mogen
honden binnen komen. Daar komt nog bij dat de Specialties steeds groter worden:
meer hotelkamers, grotere ruimtes voor de campers en voldoende terrein voor alle
activiteiten moeten beschikbaar zijn.
Lynn
Griffin en Benita Theleen zijn de showvoorzitters van deze Specialty en zij
hebben twee jaar aan een stuk de helft van hun tijd aan deze show besteed. Samen
natuurlijk met een groot aantal andere vrijwilligers. Om deze show goed te laten
verlopen hebben ze 44 teams ingesteld elk met hun eigen doel en
verantwoordelijkheid. Denk bijvoorbeeld aan de organisatie van de verschillende
wedstrijddisciplines, maar ook een team voor sponsoring, loterijen, decoraties,
website, catalogus, transport, publiciteit, etc. De teams zijn als geheel maar
één keer bij elkaar geweest voor een vergadering: dat was niet te doen. Ieder
had zijn eigen belang voor zijn of haar, klein, onderdeel. Daarom besloten de
twee voorzitters bilateraal aan de slag te gaan met de teams. Dat kost
natuurlijk veel tijd maar was in totaal effectiever.
In
april 1999, dus ruim een jaar van te voren, hebben wij ons zelf al aan gemeld om
mee te doen aan de kamertoewijzing voor het hotel op het terrein zelf. Dit werd
per lot bepaald. Op dat moment had iedere belangstellende al een
informatieboekje thuisgestuurd gekregen met de hele planning van de Specialty
daarin (30 pagina’s!). Dus ook voor ons was het mogelijk om tijdig met de
voorbereiding te beginnen!
Bij
aankomst op het terrein van de Specialty werd je meteen naar de registratie
gebracht. Een hartelijk welkom en een prachtige naam badge, inclusief kennelnaam
en land/state, maakte het dat je het gevoel kreeg op een goed georganiseerd
congres te komen. Iedereen droeg ook die badge zodat het gemakkelijk was mensen
aan te spreken. Namen ken je wel van emails, internet of het clubblad maar een
gezicht erbij herkennen was niet alleen voor ons moeilijk maar ook voor de
meeste Amerikaanse bezoekers. Bij aankomst kreeg elke bezoeker bovendien een
mooie Berner Sennen tas met allerlei informatie en leuke spullen zoals een grote,
uit hout gezaagde Berner. Een kleine 2000 tassen waren er gevuld en alleen al
voor die houten Berner waren drie “paint
parties” gehouden waar men met zo’n 20 man een middag en avond hebben
gezaagd en geverfd!
Om
iedereen bij elkaar te brengen was er de welkomstreceptie op de eerste dag. Daar
waren al meteen zo’n 800 mensen aanwezig. Gedurende de week zijn er tussen de
2000 en 3000 bezoekers geweest. Bovendien was er de gehele week een
“hospitality room”. Een soort huiskamer waar iedereen gratis koffie, thee en
allerlei lekkers kon krijgen. En ook de Amerikanen zijn daar gevoelig voor als
je de dagelijkse drukte zag! Dit
was de ideale plaats om met elkaar te kletsen over de honden!
“Wat
jammer dat dit in Nederland niet kan” is het eerste wat in je opkomt bij het
zien van deze prachtige wedstrijden van honden in de kar, het zogenaamde
‘drafting’. Dat kun je met geen mogelijkheid dierenmishandeling noemen (daarom
is het hier toch verboden…). De honden blijven kwispelen en zijn vrolijk en
opgetogen naar de baas toe. “Je hebt de wedstrijd wagentjes, carts, die klein
zijn en twee wielen hebben. En je hebt de grote 4 wielige wagens waar vaak een
tweespan voor staat. Zo’n tweespan wedstrijd noemen ze een ‘Brace’ aldus
Alison
en Tom Jaskiewicz die al jaren verslaafd aan het aangespannen rijden.
Alison
heeft haar Berners alleen om mee te werken. “Allereerst
hebben we de gewone gehoorzaamheidstraining gedaan met onze honden Kapler
en Gita. Daarna hebben ze individueel de Draft titel behaald en daardoor mogen
ze nu in tweespan lopen”. In de individuele klassen heb je de ‘novice’,
beginnelingen, waar de honden
aangelijnd de oefeningen doen en de ‘open draft’ waar alles onaangelijnd
gebeurt. Een groot verschil met onze gehoorzaamheidswedstrijden
is dat het hier juist van belang is om met de stem continu een band te houden
met je hond. De hond reageert alleen op de stem commando’s van de eigenaar
zoals, vroeger, de melkboer zijn paard immers ook alleen met zijn stem in
bedwang had: vooruit, stop, links, rechts, achteruit!
Een
hond die aangespannen niet onder appel staat wordt door de jury onmiddellijk uit
de wedstrijd genomen om ongelukken te voorkomen. Wedstrijd is eigenlijk niet het
juiste woord. Er worden geen eerste en tweede plaatsen gegeven. Slechts slagen
of zakken is mogelijk voor het examen. Iedereen wordt dus bijzonder aangemoedigd
door alle deelnemers.
De
honden moeten een parcours lopen met daarin een aantal obstakels. Zo is er het
nauwe straatje (40 cm speling ten opzichte van de breedte van de wagen), moet er
een voorwerp opgehaald worden en afgeleverd waarbij de hond op zijn plaats moet
blijven staan wachten. Worden er figuren gelopen en moet de hond teruguit kunnen
met de wagen aangespannen! In de novice klasse is dat een halve meter en in de
open klasse is dat anderhalve meter..
“Het
lijkt gemakkelijk” zegt Tom , “maar bedenk dat
bij het opgaan voor het examen slechts 30 % van de honden slaagt!”. In
Wisconsin waren 18 combinaties ingeschreven waarbij de handling bijzonder
positief was en waarbij opviel hoe goed de training en voorbereiding is geweest
van deze equipes.
We
hadden in Amerika alles verwacht maar niet dat er met Berners gespeurd zou
worden. De wedstrijden zijn gewone nationale examens: er is dus niets speciaals
gedaan omdat het een Berner is: alle rassen doen dezelfde examens. Men kan drie
verschillende examens afleggen. Iedere hond moet eerst het examen TD (Tracking
Dog) doen. In dit examen loopt een persoon een spoor van een kilometer lang en
legt een dummy op het einde van het spoor. Na ruim een uur mag de hond proberen
het spoor te volgen en de dummy ophalen. Drie Berners deden mee tijdens deze
Specialty en alle drie waren geslaagd! Een hond die geslaagd is voor dit
basisexamen mag doorgaan voor het examen TDX (Tracking Dog Excellent) of het
examen VST (Variable Surface Tracking).
Deze
examens zijn erg zwaar. TDX is een spoor met drie voorwerpen
die geapporteerd moeten worden. Een aantal elementen maken dit werk
moeilijker. Zo wordt het spoor op twee plaatsen gekruist door een ander
geurspoor, gaat het over visuele obstakels, zoals wegen en ravijntjes, en zit er
drie uur tussen het spoor maken en het spoorzoeken. Op dit onderdeel waren vijf
Berners ingeschreven maar ze bleven echter allen zonder goed resultaat.
Het
spoorzoeken voor het examen VST wordt gehouden in bewoond gebied. Het gaat over
trottoirs en gras maar ook over trappen en door gebouwen heen met hele veel
verschillende geur-indrukken. De hond moet metalen, plastic, leren en stoffen
voorwerpen apporteren. Een moeilijke opdracht want in 1999 waren in heel Amerika
slechts 9 honden geslaagd voor dit onderdeel. En voor het eerst in de
geschiedenis een Berner! Een formidabele prestatie dus. Op de Specialty zelf
deed 1 Berner een poging om ook te slagen maar helaas lukte het niet! Toch laat
je hiermee zien dat elke hond een goede neus heeft die niet rasgebonden is!
Behendigheids-
en Gehoorzaamheidswedstrijden zijn hetzelfde van opzet als we hier gewend zijn.
Het is voor ons als Bernerliefhebber natuurlijk wel een genot om alleen Berners
aan het werk te zien. In de behendigheid kwamen 64 combinaties aan de start.
Mike Bond, een ervaren agility trainer, was onder de indruk van de prestaties
van de Berners. “Je moet vooral ook het aanzienlijke gewicht van een Berner
Sennen in ogenschouw nemen in vergelijking bijvoorbeeld met mijn Border
Collies om de prestaties te kunnen waarderen. Maar de passie voor de sport is
helemaal hetzelfde” Ook hier werd gestreden in drie klassen: beginners, open
en kampioensklassement elk een 20 inch of 24 inch parcours. Het metrisch denken
is in Amerika nog steeds niet doorgedrongen!
In
de gehoorzaamheidswedstrijden werd door meer dan 60 honden meegedaan. Naast
beginneling, open en gevorderde werd er ook gestreden in de brace klasse, met
tweeën dezelfde oefening lopen, en in de teamwedstrijden (4 of 5 honden). Jerry
Hughes was een van de deelnemers: “Het is leuk als je een mooie hond hebt.
Maar de meeste fokkers willen een hond die van voor en van achter kampioen is.
Heb je een showkampioen dan komt die titel voor de hond zijn naam te staan. Heb
je een werkkampioen dan komt die titel achter zijn naam te staan.”.
Vandaar dus die mooie uitdrukking en de inspanning om aan deze
wedstrijden mee te doen.
Het
mooiste wat we gezien hebben in gehoorzaamheid is echter de ‘freestyle
obedience’. Vergelijkbaar met
Crufts kregen we ook hier in de pauze een demonstratie ‘dansen met de
hond’. Alison Jaskiewicz en Clark & Kris Osojnicki lieten zien dat ook een
Berner hier toe in staat is. En hoe! Het was echt een mooi moment en voor ons
een van de hoogtepunten van de week. Het leek wel of de honden met een
onzichtbaar koordje aan hun begeleider vast zaten zo goed volgden ze. Maar het
kruisbeens zijwaarts bewegen en het op handgebaren naar achteren bewegen was
grandioos mooi om te zien. Dat wordt veel oefenen dus…
Naast
de bekende CH titel voor de Amerikaanse showkampioenen kunnen voor alle
wedstrijdonderdelen ook kampioenstitels behaald worden. Het gaat te ver om ze
allemaal te beschrijven maar zoals ik hiervoor al aangaf vinden de Amerikaanse
Berner Sennenfokkers het mooi als je mooie hond ook nog een echte werkhond
blijkt te zijn. De BMDCA, de nationale rasvereniging voor de Berner Sennen, wil
dit graag bevorderen. Sinds een aantal jaar kan men nu de eretitel
“Versatility Award” winnen. Versatility betekent zoveel als “veelzijdig”.
Deze eretitel krijgen Berner Sennen honden die minstens drie verschillende
titels behaald hebben. Tot nu toe hebben zo’n
60 Berners deze titel in de wacht gesleept! De meeste hebben naast het showen de
titel in gehoorzaamheid en in aangespannen. De award is bedoeld om de
veelzijdigheid van de Berner niet te vergeten en dus in de praktijk te laten
zien. Het bevordert het gebruik als werkhond en vooral ook omdat de Amerikanen
op titels belust zijn mist het zijn uitwerking niet!
Het
mooie aan de show is dat er maar één show ring is. Niet moeilijk te vinden dus
en je kunt echt alle 572 ingeschreven honden zien. De exposanten hoeven daardoor
ook niet verschillende ringen in de gaten te houden: ben ik al aan de beurt in
de jeugdklasse, hoe ver is de open klasse, haasten, zenuwen, je kent dat wel van
onze KK’s. Elke dag waren er verschillende klassen en verschillende
keurmeesters en telkens weer fantastische honden. Het niveau en de kwaliteit van
de honden en het vakmanschap van handling is er erg hoog; hoger dan in Europa!
Dat is natuurlijk genieten voor een fokker. De beste
teef en tevens BOB in deze show
werd CH Nashem's Taylor Maid CD van Sara Karl & Jeni West. En dit voor
de tweede keer! Best of Opposite, men
kent hier niet de reserve, werd de reu CH Dornbusch Grand
Illusion van Maria C. Wright. Twee heel mooie, harmonische en rastypische Berner
Sennenhonden.
Maar
natuurlijk zijn er ook negatieve aspecten. Zo stonden er op het terrein twee
tenten van samen zo’n 300 vierkante meter waar de honden getrimd werden. Alle
honden (BERNERS!!) werden er gewassen, geföhnd en getrimd. Ofwel: What you see
is NOT what you get”, door het föhnen van de honden leken ze veel massiever
en veel meer bone te hebben dan ze in werkelijkheid hadden. Ook werden witte
nekvlekken even bewerkt (…) en werd met behulp van de schaar de beenstand hier
en daar een beetje verbeterd! En er werd siliconenspray gebruikt om de vacht
glanzend te krijgen…
Gelukkig
werd dit aspect door bijna elke keurmeesters veroordeeld. Dit gebeurde tijdens
het afsluitende diner: “Berners zijn werkhonden en moeten het ook blijven”
aldus de keurmeesters.
Ook
het showen aan een te korte, smalle showriem is iets wat bij dit ras niet thuis
hoort. Het zijn geen terriërs maar aan deze manier van showen is men in Amerika
al zo gewend dat het tot een standaard verheven is voor bijna alle rassen.
Positief
daarentegen is weer het gedrag en de kleding van de exposanten. Ze zijn allen
goed gekleed en kunnen bij wijze van spreke meteen doorrijden naar de bruiloft.
Voor het publiek en de keurmeester is het geheel een ‘plaatje’ om te zien!
Wat
ons ook erg opviel is dat het Amerikaanse publiek aan de showring duidelijk zijn
mening laat horen. Velen zijn al echt om 7.00 u (’S MORGENS !) aanwezig. Na
een eerste selectieronde door de keurmeester blijven de beste honden over. Net
als hier laat de keurmeester deze nog eens één voor één lopen voordat hij
uiteindelijk zijn keuze maakt. Op dat moment is het heel gebruikelijk dat men
applaudisseert voor zijn of haar favoriet. Dat geeft veel meer spanning en het
is leuk voor de exposanten en de keurmeester. Het is zeker geen double handling
(dat hebben we in die week niet één keer gezien of gehoord!) of beïnvloeding
van de keurmeester! Gewoon spontaan reageren zoals de Amerikanen over het
algemeen altijd doen.
Na
het kiezen van de beste honden van elke categorie is de keurmeester nog niet
klaar. Dan begint de fotosessie. Er is een mooi plaatsje ingericht op het
showterrein waar een beroepsfotograaf alle geplaatste honden fotografeert. Naast
de hond staan dan ook de handler, de eigenaar en de keurmeester. Natuurlijk
staat op een bordje het behaalde resultaat zodat de eigenaar dat later aan
iedereen kan laten zien. Ook de behaalde prijzen (strikken, klokjes, bekers,
etc.) moeten mee op de foto. En heeft de keurmeester pech, doordat er wat
onwillige honden zijn, dan kan het voorkomen dat hij langer bezig is met de
fotosessie dan met het keuren zelf. In ieder geval is het ons duidelijk geworden
waarom de Amerikaanse fokkers vaak
van die mooie hondenshowfoto’s hebben!
De
Berners zijn in Amerika minstens net zo mooi als in Europa maar ze hebben wel
dezelfde problemen. Heupen en ellebogen worden standaard beoordeeld maar ook
ogen, schildklier, Von Willebrand’s disease en hart worden getest (deze
laatste vier worden in NL niet gedaan). En daarnaast hebben ze kankerproblemen
die de gemiddelde leeftijd van de Berner ook daar te veel drukt. Uit een
gezondheidsonderzoek van afgelopen jaar`( 1322 Berners) blijkt de gemiddelde
leeftijd van de Berner 7,1 jaar en dit is vergelijkbaar met een recent onderzoek
in Engeland.
Naar
aanleiding van dit onderzoek heeft Dr Padgett (Michigan State University), een
geneticus, een lezing gehouden specifiek gericht op de Berner Sennen. Hij pleit
voor openheid over de ziekten en afwijkingen van de individuele honden. Juist
door te kijken naar goede maar ook slechte, bekende feiten in de familie van de
fokdieren (vader/moeder, neven, nichten, broers, zussen, achterneven/nichten) en
die te vergelijken met de gemiddelde percentages van die ziektes in het ras kun
je uiteindelijk tot verbetering komen.
Dr
Padgett is absoluut tegenstander van het beperken van het gebruik van
kampioenshonden in een ras. Hij noemt deze honden “matadoren”.
Hoe meer een hond gebruikt wordt, hoe meer nakomelingen er zijn en des te
meer kom je te weten over zijn erfelijk materiaal. Dit is juist goed want dat
geeft een beter beeld van zijn echte erfelijk materiaal dan familieonderzoek,
dit laatste blijft immers meer bij de kansberekening. Hoe meer zekerheid over de
vererving des te beter de beslissing over de juistheid van de combinatie teef en
reu. Stel het voorbeeld dat het ras bijvoorbeeld voor 70% behept is met
elleboogdysplasie (ED) en dat uit familieonderzoek van een Matador blijkt dat
hij slechts in 50% van zijn nakomelingen ED laat zien. Dan kiest toch iedere
fokker voor én risicovermindering op ED én voor een mooie hond (de Matador).
De andere optie: een gemiddelde reu kiezen, met weinig nakomelingen en dus
weinig gegevens en dus een gemiddelde doorgifte van 70% op ED…..
Dr
Padgett’s visie staat dan ook lijnrecht tegenover de visie van de Raad van
Beheer in zake het fokbeleid. “Het breed houden van het genenbestand (door
bijvoorbeeld het beperken van het
aantal dekkingen) leidt op termijn tot een gemiddeld ziektebeeld” aldus Dr
Padgett. In ons voorbeeld zal het dan moeilijk worden om onder de 70% ED te
komen, dat is immers gemiddeld in het ras aanwezig is!
“Bovendien denkt men dat bastaardhonden supergezond zijn. Maar in de
praktijk blijkt dat ook zij zeer veel ziektes hebben. Van bastaardhonden zijn
twee keer zoveel verschillende ziektes bekend dan van de Berner Sennen! En de
bastaardhonden hebben toch de breedste genenpool!”. Stof tot nadenken en
discussie dus.
Mogelijkheden
voor het verbeteren van de gezondheid ziet hij dan ook veel meer in het opzetten
van populatieonderzoeken, daaruit de gemiddelde ziekte-informatie van een ras
destilleren, familie onderzoeken uitvoeren en daaruit concluderen welke
combinaties uiteindelijk verbeteren. Maar hij benadrukt steeds dat dit alleen
mogelijk is bij volledige openbaarheid van gegevens over de gezondheid: goede en
slechte zaken! Openheid is echter waar het allemaal om gaat om samen naar een
betere populatie te groeien.
In
een lezing van dierenarts Jean Dodds kwam naar voren dat fokkers en dierenartsen
te weinig aandacht gaven aan schildklierhormoon afwijkingen. Het is de oorzaak
van vele afwijkingen, gemakkelijk te behandelen zijn maar in het algemeen
moeilijk te diagnosticeren. Zij verwacht dat daar op korte termijn meer
verandering in zal komen omdat er betere testen beschikbaar zijn om deze
afwijking op te sporen. Ook adviseerde ze om veel minder te vaccineren. De
meeste inentingen geven de eerste drie jaar een goede weerstand voor de hond.
Elk jaar inenten is volgens haar niet alleen zonde van het geld maar geeft
tevens een sterk verhoogd risico op allerlei andere ziektes zoals de
schildklierafwijking en kanker.
Gelukkig
gaf 89% van de 1322 respondenten in het gezondheidsonderzoek aan dat hun Berner
in perfecte gezondheid verkeerde en slechts 3% gaf aan dat hun hond ziek was.
Natuurlijk is elke ziek Berner er nog
altijd één te veel!
Er
kwam veel informatie af op de deelnemers. Gelukkig kunnen ze de show in ieder
geval in hun luie stoel terug zien. John Thornton van het professionele K9-TV
nam dit keer voor de 10e achtereenvolgende keer de Berner Sennen
Specialty op video op. Elke hond die geshowed werd kun je terugzien met naam,
vader, moeder en geboortedatum per hond in beeld. Met twee camera’s worden de
honden gefilmd in profiel, hoofd en beweging, voor, achter en opzij. De fokkers
kopen deze video’s om hun fokprogramma mee op te zetten.
Op
de Specialty waren verder nog instructies (clinics) en 'hands on' workshops voor
beginners in obedience, agility, showing, carting en fokken.
Vooral
de fokkerforums waren heel leerzaam. Elaine Squires heeft er een jaar aangewerkt
om juist dit goed van de grond te krijgen. Zo werden op de eerste avond
gediscussieerd over computerprogramma met 20.000 Berners van Ron Smith , Canada,
en de voordelen die een fokker
hieruit zou kunnen halen. Het tweede gedeelte van die avond was een discussie
met Beverly Burney, een bekende fokster die haar hele fokprogramma uitlegde en
daarna in een open gesprek inging op alle vragen en opmerkingen uit het publiek.
In
een tweede bijeenkomst was er tijd ingeruimd door Elaine om een drietal honden
te bespreken: wat is er nu goed en wat minder goed aan. Hier komt duidelijk naar
voren dat de fokkers en exposanten graag een show beschrijving van de honden
zouden willen hebben. Dat systeem van beschrijven van de honden op een show
moeten we hier in Europa zeker aanhouden. Het is jammer dat de Amerikaanse
fokkers niet echt open staan voor een discussie over hun eigen honden. Het is
‘not done’ om negatieve aspecten van een hond in het daglicht te stellen!
In
een laatste bijeenkomst hebben een aantal buitenlands bezoekers hun mening
gegeven over de Specialty en de honden die we gezien hebben. Dat gaf ook een
levendige discussie over het groomen
van de honden en de karakters van de honden die we gezien hadden. Het karakter
is een duidelijk punt van zorg. Beweging en type daarentegen juist niet: dat is
uniform en grandioos.
Het
bezoek aan de Specialty is na onze KK’s, de Winnershows en twee keer Crufts
toch duidelijk anders en dus echt speciaal. Het juist laten zien van de werklust
van een ras en het bij elkaar brengen van mensen die op een totaal verschillende
manier bezig zijn met dat zelfde ras is echt vernieuwend geweest voor ons! Ook
alle activiteiten om het ras te verbeteren zoals de fokkerforums, de clinics, en
de bespreking van het gezondheidsonderzoek spraken ons zeer aan. De Specialty in
Amerika geeft meer betrokkenheid met het ras en is tot nu toe onze mooiste
ervaring en een aanrader voor iedereen!
Peter
van Kollenburg (tekst) José
de Bresser (fotografie) Zijn eigenaar van Berner Sennenkennel “THE BARKING BUNCH” |
Kijk voor meer informatie op het internet:
http://www.bmd.org/health/surveyreport.html
(lezing Dr Padgett)
http://www.BarkingBunch.nl
(Berner Sennen informatie)